Skip to content

Dat wat is

Gesprekken over het onveranderlijke

Han van den Boogaard
Waardering 0 uit 5
(Laat als eerste een review achter)

27,99

Alles verandert, behalve Dat waarin alles verschijnt. Dat is het onveranderlijke, het Ene zonder tweede. Hierover spreken de non-duale leraren van deze tijd in de meest rechtstreekse bewoordingen. Ze doen dat ieder op hun eigen manier, maar de kern van hun boodschap is altijd dezelfde.


Op werkdagen voor 23:00 uur besteld, morgen in huis
Artikelnummer: 9789077228982 Categorie: Tags: ,
100% garantie: 14 dagen bedenktijd Veilig betalen: met Mollie payment provider Snelle levering: voor 23:00 uur besteld, morgen in huis Gratis verzending: voor bestellingen boven €20

Beschrijving

Alles verandert, behalve Dat waarin alles verschijnt. Dat is het onveranderlijke, het Ene zonder tweede. Hierover spreken de non-duale leraren van deze tijd in de meest rechtstreekse bewoordingen. Ze doen dat ieder op hun eigen manier, maar de kern van hun boodschap is altijd dezelfde.

Leraren uit Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten laten in dit boek hun stemmen horen. Allemaal geven ze uitdrukking aan hun bevrijding van de ik-illusie. Hoe verschillend hun levens ook mogen zijn, hoe uiteenlopend hun ervaring ook is, alle leraren verwoorden wat die bevrijding inhoudt op hun eigen, unieke wijze, vanuit een onpersoonlijk, maar toch uniek perspectief. Daarnaast belichten zij hun rol als leraar en hun relatie met de zoeker naar bevrijding.

De gesprekken in dit boek bieden de leraren van nu de ruimte om dat perspectief in al zijn eenvoud en rijkdom voor het voetlicht te brengen. Han van de Boogaard koos hiervoor de belangrijkste leraren van deze tijd en laat hen het onverwoordbare verwoorden. De bekendsten zijn: Tony Parsons, Jeff Foster, Rupert Spira, Gangaji, Wayne Liquorman, Jan van den Oever, Jan van Delden en Unmani Liza Hyde. De meeste gesprekken werden eerder gepubliceerd in het tijdschrift InZicht Wegen van radicaal zelfonderzoek.

‘De kracht van deze bundel ligt in de diversiteit en de diepgang waarmee men deze voor het denken uiterst moeilijke, maar voor de ziel makkelijke materie vanuit wisselende hoek benadert.’

Uit het boek:

Jan [van den Oever], wat kun je zeggen over dat wat je bent?

 

Laat ik zeggen dat ik iemand ben waarvan ik helemaal niet weet wie dat is. Ik maakte dat eigenlijk al mee in mijn jeugd, op de punt van het schip van mijn vader. Daar ging ik altijd zitten. Dan waren we op de Noordzee, en dan verdween ik in de lucht en in de zee. In de puberteit heb ik dat ook weer gehad. Dan ging ik bij ons achter de duinen in, en in een duinpannetje ging ik in het zonnetje liggen, en dan verdween ik. Daar bleef me altijd iets van bij, iets van een soort oplossen in niets.

Later zei iemand tegen me: ‘Je was goddelijk getraumatiseerd’, hahaha. Want ik ben niet gaan zoeken uit ellende of narigheid. Ik had het hier best voor elkaar. Ik kon werken, ik had een huis. In Katwijk was het zo: als je ging leven, dan had je twee dingen die je moest zien te verwerven: een eigen huis en een eigen graf. Dan kon het niet meer stuk. Nou, ik had een eigen huis, en bijna een eigen graf, en toen dacht ik: en nou moet ik weg. Ik had nog wat te doen, ik had nog wat te ontdekken. Ik wist alleen niet wat het was.

En toen kreeg het op een dag een naam. Ik las in een boekje het woord ‘consciousness’, en ik dacht: dat is het. En toen ben ik het weer gaan zoeken. Maar ik ging zoeken naar iets concreets. Ik ben overal geweest, naar allerlei leraren toegegaan, maar ze verwezen uiteindelijk alleen maar naar dat wat ik al wist, maar wat ik nog geen naam kon geven.

Zijn er mensen die je over dit onderwerp hebt horen spreken

en die je hebben geïnspireerd?

 

De lezingen van Osho waren erg inspirerend. Daar kreeg ik kippenvel van. Maar die had het over alles. En dan zag ik Osho daar zitten, en dan dacht ik: tja, die manier is toch niet helemaal de mijne. Want iedereen zit hier wel, maar iedereen denkt: dit red ik nooit.

Daarom ging men ook heel hard aan de slag met z’n allen.

Ik heb uiteindelijk geen enkele encountergroep of wat dan ook gedaan daar. Ik had er niks mee. Ik dacht: je hoeft toch geen kunstjes te leren om aap te kunnen zijn? Ik zag daar mensen eerder de vernieling in gaan dan dat ze er opknapten. Ik vond de gereformeerde dominee van vroeger nog prettiger dan de mensen die zo’n encountergroep leidden. De ego’s van die therapeuten waren zo groot, en ze konden gelegaliseerd macht uitoefenen over iedereen.

Krishnamurti vond ik ook geweldig, Nisargadatta was geweldig. Het ontroerde me allemaal, maar het bracht me geen stap dichterbij. Ik moest erop leren vertrouwen dat ik al zie wat ik zie. En ik moest er op leren vertrouwen dat ik daardoor geen afleiding meer hoefde te zoeken. Ik wist dat ik terug moest naar de basis, en niet moest denken dat het in enige spirituele input zat. Die hield mij juist bij die basis weg. Ik voelde dat er bij mij de neiging bestond om aan mijn eigen wijsheid te ontsnappen, en dat vond ik toch eigenlijk heel raar. Ik zie hoe het zit, en het is verdorie alsof ik denk: nou ja, dat kan ik altijd nog wel zien.

Han van den Boogaard

Han van den Boogaard

Recensie

InZicht

tijdschrift voor non-dualiteit en zelfonderzoek

Het zou kunnen dat de titel en de ondertitel van dit boek vragen oproepen over de concrete inhoud ervan. Welnu, de auteur heeft in de loop van enkele jaren gesprekken gehad met veertien nonduale leraren. Als lezer krijg je een unieke kans om deze belangrijke leraren van heel nabij te ontmoeten. Misschien zou de volgende alternatieve titel je als lezer meer aanspreken: ‘Veertien uitnodigingen om wakker te worden’.

Alvorens in te gaan op deze uitnodigingen wil je waarschijnlijk meer weten over uw gids, de auteur. Zijn voorstelling is weggestopt op pagina 337. Begin daarmee en kijk vooral eerst op zijn website, dan zal je snel tot het besef komen dat je hier in goede handen bent.

De opbouw van elk gesprek is hetzelfde. Eerst krijg je een degelijke situering van elke leraar in een biografische inleiding en een sfeerimpressie van het gesprek. Dan volgt het gesprek zelf in vraag en antwoord. Verwacht geen afstandelijke, kritische journalistieke interviews. In de meeste gesprekken voel je dat er een resonantie ontstaat tussen de gesprekspartners. Juist dat biedt je als lezer de mogelijkheid om ook in resonantie met hen te geraken. Er moet wel een bereidheid aanwezig zijn om je te laten uitnodigen tot ontwaken. Die bereidheid wordt een paar keer omschreven als ‘de bereidheid om te sterven’.

Inhoudelijk gezien krijgen we een mooi palet van leraren aangeboden, van meer klassieke advaita naar neo-advaita, van zen naar meer universele non-dualiteit. In sommige gesprekken krijgt het eigen verhaal van de leraar over zijn of haar bevrijding veel aandacht. In andere gesprekken wordt meer in gegaan op de ‘boodschap’ van de leraar, of krijgt zijn of haar rol als leraar meer aandacht. In elk gesprek zijn deze drie elementen in verschillende dosering aanwezig.

Deze bespreking is te kort om in te gaan op elk van de vijftien gesprekken (met Tony Parsons onderhield de auteur zich tweemaal) . Je hoeft ze ook niet in een bepaalde volgorde te lezen. Kies de leraar uit waarmee er spontaan de meeste resonantie ontstaat. Zoals Isaac Shapiro zegt op pagina 265: “De ultieme waarheid kan niet uitgesproken worden. Maar ik kan wel de lagen blootleggen die de waarheid verhullen. Dat gebeurt door te zien, door mensen uit te nodigen om te zien”. Beschouw de verschillende gesprekken dus als uitnodigingen om vanuit verschillende standpunten telkens naar een ruimer standpunt te gaan, zodat de mogelijkheid ontstaat dat ook het laatste standpunt wordt losgelaten in ontwaken. Als je als lezer moeilijk kunt kiezen, dan adviseer ik je maar één criterium om te hanteren: welke agogische aanpak spreekt jou het meeste aan en helpt je nu een kleine of misschien grote stap vooruit?

Iedereen zal in dit boek zeker zijn iets van zijn gading vinden. Wie bijvoorbeeld bezig is met mindfulness zal zeker de meest inspiratie vinden bij Isaac Shapiro. Wie zich aangetrokken voelt tot zen moet beslist het gesprek met Tom Lathouwers induiken. Eigenlijk moet je deze gesprekken beschouwen als een voorproefje van een persoonlijke ontmoeting met één van deze leraren. En zonder een voorkeur uit te spreken, wil ik toch vooral de gesprekken met de Nederlandstalige leraren vermelden. Voor mij is het duidelijk dat met elk van deze leraren (Jan van den Oever, Ton Lathouwers, Joanika Ring, Jan van Delden, Philip Renard en Hans Laurentius) de meeste resonantie ontstond. Een mooi voorbeeld is het gesprek met Jan van den Oever. De auteur beschrijft hoe tussen hen beide een diepe vriendschap ontstaat. Het resultaat is een sprankelend, warm en authentiek gesprek. Dit heeft er verder toe geleid dat zij een paar jaar later samen een prachtig boek zijn gaan schrijven: Ik weet niet wie ik ben, dat in 2011 werd uitgegeven door uitgeverij Samsara.

Dat wat Is laat je ontdekken hoe wij allen vanuit de natuurlijke toestand van het kind in de verkrampte toestand van de persoon zijn geraakt, en hoe voor iedereen de mogelijkheid bestaat hieruit te ontwaken en tot zelfrealisatie te komen – ieder op zijn eigen unieke manier, zoals dat ook met deze leraren gebeurde.

Het blijft toch een wonder dat wij over het Onverwoordbare niet adequaat kunnen spreken en dat wij het toch kunnen delen met elkaar. Daarin is dit boek perfect geslaagd.

Guy Vandeput, Tijdschrift InZicht

Extra informatie

auteur Han van den Boogaard
Productvorm

Hardcover

uitgever Samsara Uitgeverij b.v.
uitgever (juridisch) Samsara Uitgeverij b.v.
Uitgiftedatum

24-04-2012

Levertijd

Op werkdagen voor 23:00 uur besteld, morgen in huis

Druk

1

isbn

9789077228982

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Laat een beoordeling achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Winkelwagen